Een ongenode maar zeer welkome gast.

(Oorspronkelijk gepubliceerd in Ficedula, Jaargang 33, nummer 1, april 2004.)

(Tevens gepubliceerd in 't Schrieverke Najaar 2004)

 

Vrijdagochtend (6 februari 2004) om een uur of 10 staat een buurvrouw voor de deur met een doosje in de hand waarin vier flessen van een goede wijn moesten zitten.

Ik denk bij mezelf dat de dag zo wel goed begint.........

Als ik de deur openmaak zie ik achter de buurvrouw op de Berkelkade nog een andere vrouw staan.

En dan begint de buurvrouw haar verhaal. De tweede vrouw heeft s'ochtends op haar wandeling langs de oude Berkeltak een IJsvogeltje onder een struik zien liggen. Ze durfde het niet aan te raken. Op haar wandeling kwam ze mijn buurvrouw tegen, die met de hond een rondje deed en ze vertelde haar over de vogel. De buurvrouw is naar huis gelopen om het doosje te halen en daar hebben ze het vogeltje ingedaan. Omdat ze niet wisten wat te doen, hebben ze besloten het bij mij te brengen. Misschien wist ik het wel. “Nou buurvouw, ik zal mijn best doen, maar ik kan niets beloven.”.

 

En daar zit je dan met een IJsvogeltje in je huis. Eerst een grote doos gepakt en een stuk vitrage over de bovenzijde geplakt. Vervolgens het diertje eens rustig bekeken en onderzocht. Het maakt een versufte indruk, maar is niet apatisch. De oogjes volgen al mijn bewegingen. Voorzichtig de vleugels gespreid, en die lijken in orde. Geen beschadigingen of breuken en de vogel trekt ze vrij krachtig terug. Eenzelfde onderzoek van de pootjes levert ook geen beschadigingen of breuken op. Wat opvalt is dat de vogel nauwelijks moeite doet om de poten weer in te trekken.

Terwijl ik zo bezig ben doet de vogel een behoorlijke hoeveelheid ontlasting. Waterdun, knalgeel en geen enkel wit ureum-achtig spoor. Dat lijkt een aanwijzing te zijn.

 

Hoe dan ook, denk ik, er moet eten en drinken in het diertje,

Hoewel ik weet dat IJsvogels viseters zijn, weet ik even niets beters te verzinnen dan vers water en appel. Het water geven is het makkelijkst. De vogel probeert te happen naar mijn vingers wanneer die te dicht in de buurt komen. Dus maak ik mijn vingers kletsnat met water en laat de vogel daar dan op happen, met de hals recht omhoog gestrekt. Het water loopt dan van de vingers in het keeltje en de vogel slikt het door.

Op de zelfde wijze laat ik de vogel zich op mijn vingers vasthappen voor de appel. Wanneer de snavel opengesperd is, breng ik kleine beetjes appel die ik met mijn nagel van de vrucht geschraapt heb achter in de keel. En ook dat verdwijnt naar binnen.

 

Na zo voorlopig wat vocht en appel in de vogel te hebben gekregen zet ik hem terug in de doos om hem rust te geven.

 

Maar hoe nu verder? Ik meld aan de vogelwerkgroep Eibergen dat ik een IJsvogeltje in huis heb en waarom. Over de IJsvogels is bij ons in het dorp Eibergen het afgelopen jaar nogal wat ophef geweest.

De IJsvogels nestelen bij een oude tak van de Berkel. Dat is dichtbij een drukke weg (de N18) en bij de nieuwe Berkel, die begin zeventiger jaren ontstaan is door kanalisering. De oude Berkeltak staat in verbinding met de nieuwe door een nauwe duiker met een waterkering. Het water staat vrijwel stil maar is mooi helder. De vogels wonen op de kade bij de Joodse begraafplaats. Op die plek kan haast geen mens komen. Er staan mooie hoge bomen met daaronder lage begroeiing tot aan het water. Een paar bomen zijn omgevallen en hangen deels boven het water. De gemeente is nu bezig om de verbinding tussen de oude en nieuwe Berkel open te maken, zodat ook de oude Berkel bevaarbaar wordt. Het is de bedoeling dat dan een replica van een oude Berkelboot (Berkelzomp) met toeristen over de oude Berkel gaat varen, en dus langs de IJsvogels. De vogelwerkgroep heeft zich hiertegen nadrukkelijk verzet, omdat zij bang is dat de IJsvogels hierdoor verstoord zullen worden en vertrekken uit Eibergen. Een groot deel van de bevolking deelde hun angst, hetgeen onder andere bleek uit een paar honderd handtekeningen als steun. Desondanks heeft de gemeente besloten haar plannen door te zetten.

Volgens mij weet niemand redelijk in te schatten of en in welke mate de vogels zich iets aan zullen trekken van de nieuwe inrichting en gebruik van het gebied. Ik zelf weet het ook niet.

Ik woon ook pal aan de Berkel, aan de andere kant van de N18.

 

Ik heb ook nog een mevrouw van een vogelopvangcentrum gebeld om advies. Haar reacties waren niet erg bemoedigend. Het was haar nog nooit gelukt een IJsvogel in leven te houden. Vervolgens de jachtopziener gebeld. Die wist van IJsvogels wel hoe ze opgezet konden worden, maar verder had hij geen idee over de verzorging.

 

Mijn conclusie was dat er hoe dan ook vis in de vogel moest. Dus moest ik kleine visjes hebben. Nou ken ik de jongens van dierenspeciaalzaak Florijn hier in het dorp een beetje. Dus ik naar hen toe met mijn verhaal over het IJsvogeltje. Natuurlijk vonden zij het ook leuk en een uitdaging. We besloten de kosten een beetje te delen. Ik gaf hen vijf euro en zij mij zoveel vis als ze daarvoor wilden missen. Dat zat dus wel goed. Ik kwam thuis met een stuk of acht goudvissen en zeven andere kleine visjes (karpertjes of zo).

Nou was het probleem dat de vogel waarschijnlijk niet wou eten. Ik heb daarom een goudvisje met mesje en vork in heel kleine stukjes gemaakt. Op de zelfde wijze als met het water liet ik de vogel vastbijten op mijn vingers, met de snavel recht omhoog. Nu zijn de keel en de hals volledig gestrekt. Daarom kon ik met een stomp voorwerp (de steel van een lepeltje) kleine stukjes vis rechtstreeks in de krop brengen. Dat ging prima zo, en de eerste goudvis was gauw verdwenen. Na een paar uur rust voor de vogel in de doos, is het de tweede goudvis net zo vergaan.

 

Mijn jongste zoon zit op de basisschool. Het is bekend dat het niet meevalt om een IJsvogel van dichtbij te zien laat staan vast te houden. Na overleg met de docenten heb ik de vogel meegenomen naar school. Het is verbazingwekkend hoe stil en gedisciplineerd een klas kan zijn wanneer je verteld dat je een patientje bij je hebt en dat het een IJsvogeltje is. De kinderen zijn heel rustig langs de doos met het vogeltje gelopen en een paar hebben hem even mogen aaien. Een van de leerkrachten had de kinderen al op het Internet laten zoeken naar de IJsvogel en er stonden boeken met plaatjes klaar.

 

Geleidelijk aan wint de vogel aan krachten. Hij begint te bewegen in de doos.

Hierna heeft de vogel de hele nacht rust.

 

De volgende morgen (zaterdag) eerst maar weer wat water geven. De vogel bijt nu echt pittig in mijn vingers. Ik kan hem aan zijn snavel opbeuren en rond bewegen, maar hij laat niet los.

Ik denk dat hij sterk genoeg is om het eens met een hele vis te proberen. Dus, terwijl ik de vogel weer laat vastbijten op mijn vingers, schuif ik gauw een visje in zijn snavel. Met de kop richting de keel van de vogel. Als ik mijn vinger terugtrek blijft het visje klem achter in de snavel. Het staartje van de vis beweegt. Ik zet de vogel in de doos en kijk wat er gebeurt. De IJsvogel houdt mij nauwkeurig in de gaten. De vis stevig in de snavel geklemd. Een raar gezicht. We houden het wel vijf minuten vol zo naar elkaar te kijken. Volgens mij hebben we allebei een dom gevoel dat we zo zitten te kijken, dus ik  besluit hem even alleen te laten. Als ik na een kwartiertje terugkom is de vis verdwenen, en hij ligt niet in de doos te spartelen.

In de loop van de dag verorbert de vogel op deze manier nog een stuk of zes visjes.

Ik heb een glazen schaal met water en wat visjes in de doos gezet. De vogel springt zo nu en dan op de rand. Voor zover ik weet, heeft hij niet zelf een visje uit de kom gehaald.

Na weer een nacht rust krijgt de vogel weer visjes te eten, en ze gaan er goed in. In de loop van de ochtend vind ik een bruin grijzig balletje in de doos, zo groot als een knikker. Daarin zitten allemaal “haartjes” en andere structuren.

De vogel heeft in de doos ook ontlasting gedaan en die is nu een beetje steviger met een witte laag erop. Maar hij had nog niet alles gedaan. Mijn zoon wilde de vogel even vasthouden, en hoewel hij dat al vaker en ook goed had gedaan, ontsnapte de vogel deze keer. Al vliegend door de kamer deed hij zijn behoefte, zodat mijn toetsenbord en printer onder de vogelpoep kwamen te zitten.

Op het Internet is veel te vinden over de IJsvogel. Beschrijvingen, foto’s en filmpjes. Ik heb zelfs het geluid van de IJsvogel kunnen downloaden. Toen ik dat voor mijn IJsvogel speelde keek hij weliswaar even op, maar verder kwam er geen enkele reactie.

 

Zondagochtend was het stralend weer. Ons IJsvogeltje gedroeg zich als een sterke, gezonde vogel. En bovendien waren de visjes op.

Het leek ons een goed moment om hem in de natuur terug te zetten. Mijn zoon heeft hem rond de middag losgelaten, tegenover de plek aan de rivier waar de vogels nestelen.

De volgende twee dagen hebben we wel gekeken, maar geen IJsvogel gezien.

Op woensdag zagen we twee IJsvogels in de struiken. Thuis maakte ik altijd, als ik dichterbij kwam, een geluidje om mijn IJsvogel te laten weten dat ik het was.

Toen ik dat geluidje maakte bij de twee vogels aan de rivier, ging een er als een speer vandoor.

Dat zal mijn IJsvogel wel zijn geweest.